Zoals aangegeven is het vaak zo dat 120 uur bedrijfstijd is vormgegeven door een drieploegendienst. Onderstaand zijn enkele voorbeelden opgenomen.
Drieploegendienst met voorwaartse rotatie van de diensten


In het eerste voorbeeld start de bedrijfstijd op maandagochtend en eindigt deze op zaterdagochtend als de laatste nachtdienst afloopt. In het tweede voorbeeld start de bedrijfstijd op zondagavond met de eerste nachtdienst en eindigt deze op vrijdagavond.
Drieploegendienst met achterwaartse rotatie van de diensten


In de laatste twee voorbeelden is de vormgeving anders, de resultaten zijn gelijk aan die in de eerste twee voorbeelden.
Indien het niet noodzakelijk is om het productieproces in blokken van 24 uur aaneengesloten uit te voeren, dan opent zich een volledig ander mogelijkheid om de 120 uur bedrijfstijd (variabel) in te vullen. Zie de voorbeelden hieronder.


In beide voorbeelden is de nachtdienst volledig verdwenen en is daarvoor in de plaats gekomen het werken in het weekeinde. De roosters dienen als volgt gelezen te worden:
Voorbeeld 1: drie groepen medewerkers starten elk in een eigen regel en na een week zakt men een regel in het rooster. Dat doet men na de tweede week weer en na drie weken heeft iedereen het rooster volledig doorlopen.
Voorbeeld 2: drie groepen van medewerkers starten elk in een eigen rooster en na twee weken zakt men een regel in het rooster. Dat doet men na twee weken weer en na zes weken heeft iedereen het rooster volledig doorlopen.
Beide roosters leveren exact dezelfde bedrijfstijd en gemiddelde werkweek op. De verschillen zitten in de vormgeving van het rooster door de diensten anders te rangschikken. De variabiliteit in de bedrijfstijd kan worden opgevangen door de arbeidstijd per dienst waar nodig aan te passen. In onderstaande tabel zijn hiervan voorbeelden opgenomen.
Arbeidstijd per dienst |
Bedrijfstijd |
Werkweek
|
7 uur |
98 uur
|
32,67 uur
|
7,5 uur |
105 uur
|
35,00 uur
|
8 uur |
112 uur
|
37,33 uur
|
8,5 uur |
119 uur
|
39,67 uur
|
9 uur |
126 uur
|
42,00 uur
|
In vergelijking met een 40-urige werkweek in een standaard drieploegendienst en toename van die werkweek door overwerk in het weekeinde is het verschil dat er geen sprake meer is van nachtdienst en dat bij toe- of afname van de vraag de werkdagen en vrije dagen onaangetast blijven. De variabiliteit zit in de dienst en niet in de dagen.