Voor een medewerker is het belangrijk om te weten welke kennis en vaardigheden er nodig zijn voor het uitvoeren van de huidige functie. De functie moet daarvoor dus beschreven zijn in termen van taken en competenties (kennis, vaardigheden en werkhouding). Datzelfde geldt voor alle functies in de organisatie. Zo weet een werknemer ook wat nodig is voor een andere functie. Dat stimuleert mobiliteit binnen de eigen organisatie, omdat een medewerker weet welke ontwikkeling (nog) nodig is om in aanmerking te komen voor een andere functie. Hier leest u hoe u met behulp van het functiehandboek van de MITT functies kunt beschrijven.
Een medewerker moet ook weten hoe goed de eigen competenties ontwikkeld zijn om eventueel zo nodig de kennis of vaardigheden eventueel beter te ontwikkelen. Dat kan bijvoorbeeld door jaarlijks beoordelings- en functioneringsgesprekken te voeren. In deze gesprekken wordt (objectief) besproken hoe de werknemer presteert op de voor zijn functie noodzakelijke competenties en vaardigheden. Als voorbeeld kunt u lezen hoe Ten Cate en Lankhorst deze gesprekken voeren. En wat het hen oplevert.
U kunt er ook voor kiezen om gebruik te maken van externe expertise. Bijvoorbeeld bij het beschrijven van functies en het koppelen van de benodigde competenties daaraan. Vaak bieden deze externe organisaties ook de mogelijkheid om medewerkers (online) testen te laten maken. Hiermee kunt u objectief vaststellen in welke mate een medewerker voldoet aan de gestelde eisen. Hier kunt u meer over lezen in de praktische informatie van HR-organiser.